La Strada Documentation Center

Monitor over de Positie van Slachtoffers Mensenhandel in Nederland (Monitor on the Position of Victims of Trafficking)

Document number
1292
Date
2006
Title
Monitor over de Positie van Slachtoffers Mensenhandel in Nederland (Monitor on the Position of Victims of Trafficking)
Author/publisher
Adviesbureau Van Montfoort, R.T. van Vianen, A.E. van Burik, L. Janssen, P. van Amersfoort, Verwey-Jonker Instituut, M. Wijers, M. Goderie
Availability
View/save PDF version of this document
Document type(s)
Research/Study/Analysis,
Keywords
Residence permit, Protection, Victims (of trafficking), Trafficked persons, Criminal proceedings; Legal assistance, Civil Law Suit, Human trafficking cases, Compensation, National Referral Mechanisms; Victim support services; Restitution; Remuneration; Individual complaint mechanisms;
Summary
The Dutch Ministry of Justice (WODC) asked the consulting and research bureaux 'Adviesbureau Van Montfoort' and the 'Verwey-Jonker Instituut' to develop an instrument to monitor and assess the position of victims of trafficking. This publications presents the outcome, the Human Traffic Monitor (Monitor Mensenhandel). DUTCH: Nederland is het eerste land dat een specifiek bestrijdingsbeleid voor mensenhandel ontwikkelde. Mensenhandel in bredere zin omvat alle vormen van verplichte of gedwongen arbeid (artikel 273a van het Wetboek van Strafrecht). In engere zin betreft het alle vormen van gedwongen werving en arbeid in de prostitutie. Al in 1988 werd de mogelijkheid geïntroduceerd voor slachtoffers om in aanmerking te komen voor een tijdelijke verblijfsvergunning indien het slachtoffer aangifte doet. Op grond van de B9-regeling kan aan slachtoffers zonder een legale verblijfstitel een tijdelijke verblijfsstatus, opvang, begeleiding, een uitkering en juridische steun gegeven worden wanneer zij bereid zijn om aangifte te doen. Verder hebben de slachtoffers toegang tot onderwijs en de arbeidsmarkt. Voorafgaande aan een eventuele aangifte moet (vermoedelijke) slachtoffers een bedenktijd worden gegeven van maximaal drie maanden, zodat zij zich kunnen herstellen en een weloverwogen beslissing kunnen nemen. Sinds 2000 heeft Nederland een Nationaal Rapporteur Mensenhandel die een onafhankelijke positie heeft. Het Ministerie van Justitie (WODC) heeft aan Adviesbureau Van Montfoort en het Verwey-Jonker Instituut gevraagd een instrument te ontwikkelen voor de beoordeling van de positie van slachtoffers van mensenhandel. Dit instrument is de Monitor Mensenhandel. Deze monitor richt zich uitsluitend op slachtoffers van mensenhandel in de prostitutie. Voor deze monitor is er een verdeling gemaakt naar zes verschillende groepen en zeven thema’s. De indeling van de groepen is afhankelijk van de status van het slachtoffer (‘’legaal’’, ‘’illegaal’’ of ‘’asiel’’) en de leeftijd (meerderjarig of minderjarig). Op deze manier ontstaan zes groepen waarover in de monitor apart gerapporteerd wordt. Er wordt gerapporteerd over zeven verschillende thema’s. Deze zijn: 1. Signalering. 2. Toegang tot en gebruik van de B9-regeling. 3. Juridische begeleiding en de strafrechtelijke procedure. 4. Opvang. 5. Gezondheidszorg. 6. Inkomen en scholing. 7. Voortgezet verblijf en terugkeer.
Related documents